63
10 FEBRUARI 1983
bedrijfsschool.
Wij verhelen ons niet dat het bedrijf een
tijd lang in de rode cijfers heeft gezeten, maar
er moet op wordengewezen dat het zich juist de
laatste drie jaar in opwaartse lijn heeft bewogen.
Juist nu er perspectieven voor de toekomst zijn
zou dit bedrijf de poorten moeten sluiten; op
welke gegevens men zich daarbij precies baseert,
weten we niet. Wethouder Sandberg heeft een- en
andermaal terecht verzet in Den Haag laten horen.
De activiteiten die in een eendrachtige en
zeer eenduidige samenwerking vanuit Breda zijn on
dernomen, hebben in eerste instantie geleid tot
tijdwinst en dat is wat we nodig hadden. Wij nemen
nu aan dat het college bezig is met het ontwikke
len van plannen en we zullen daarover gaarne op
korte termijn worden geïnformeerd. Ter ondersteu
ning van het collegebeleid, waarmee wij van harte
akkoord kunnen gaan, dien ik bij dezen een motie
in die door alle raadsfracties is ondertekend. De
fractievoorzitters hebben op het laatste ogenblik
nog enige veranderingen in de tekst aangebracht:
daarom hebben we de beraadslagingen even laten
onderbreken.
De heer SCHURING dient vervolgens een motie
in die als volgt luidt:
"De gemeenteraad van Breda, in vergadering
bijeen op donderdag 10 februari 1983;
overwegende dat:
- het kabinet op 2 februari j.l. een besluit
heeft genomen, strekkende tot geen verdere
steunverlening aan de Machinefabriek Breda;
- op basis van alle beschikbare modellen,
welke zijn opgesteld tot oplossing van de
R.S.V.-problematiek, de Machinefabriek Bre
da altijd is gekwalificeerd als een te
handhaven bedrijf met perspectief;
- elementen als werkgelegenheid, know-how,
innovatief vermogen, aanbod van opleidings
faciliteiten van het bedrijf en aantoonbare