16 MAART 1983 641 problematiek Mevrouw Van Rooij heeft naar de nota jeugd- en jongerenbeleid gevraagd. De bijstelling daarop zal via een preadvies in mei/juni naar de raad ko men, hetgeen ook reeds in de commissie is toege zegd. Ten aanzien van de driedeling in de nota wo nen/werken/welzijn wijs ik erop dat reeds een aan tal zaken in gang zijn gezet. Ter zake van het wo nen noem ik bijvoorbeeld de stuurgroep 1 en 2de nota "Aanzet tot een jeugdwerkplan" mag worden ge zien als uitvloeisel van het onderdeel werken. Ten aanzien van het opvangbeleid memoreer ik het accom modatiebeleid en de drugshulpverlening er zijn voorstellen in voorbereiding alsmede het ambu lant jongerenwerk als experiment voor onze rand groepjongeren. wij zullen het opvangbeleid verder moeten uitbouwen, met name in de richting van spe cifieke doelgroepen die in de verder uitaewerkte nota centraal zullen staan. De jongerenadviesraad beantwoordt op dit ogenblik niet aan hetgeen de discussienota ver meldt als wenselijkheid op het gebied van wonen, werken en welzijn. De adviesraad vervult wat dat betreft een functie die niet breed genoeg is. Op dit moment lijkt het klimaat voor een brede raad niet aanwezig. Mevrouw Van Rooij heeft tevens gevraagd naar de bezuinigingen in het kader van de rijksbijdra geregeling sociaal-cultureel werk. Deze bezuinigin gen en de korting 1982 zijn doorgevoerd bij het J.J.C., de J.A.R., de Pluu, peuterspeelzalen en kinderopvang. Als criterium heeft daarbij gegolden dat niet dient te worden gekort op activiteiten en werkgelegenheid. Op de vraag, wat de betekenis van deze bezuinigingen is geweest, antwoord ik: voor de instellingen het zetten van de tering naar de nering, terwijl gezien in het licht van eerdere opmerkingen een andere consequentie opheffing van de J.A.R. zou kunnen zijn. Ook de heer Dreef, die op het voeren van een veelvormiger beleid ten aan zien van jongeren heeft aangedrongen, verwijs ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 641