645
17 MAART 1983
Vervolgens wijs ik u op een brief die op uw
tafels is gelegd. Deze betreft een nadere verkla
ring aan de leden van de raad over de subsidiëring
van het opbouwwerk. Deze brief gaat vergezeld van
een brief aan het bestuur van de Stichting Buurt
en Wijkopbouwwerk Breda inzake het beleidsplan en
de begroting 1983. Wij hopen dat u hiermee volle
dig bent geïnformeerd.
Thans is aan de orde de tweede termijn voor
de fractievoorzitters. Ik geef in de eerste plaats
het woord aan mevrouw Van Rooij
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: De C.D.A.-
fractie wil om te beginnen ingaan op een aantal
opmerkingen die tijdens de algemene beschouwingen
in deze raad zijn gemaakt.
De Stem geeft de eerste aandacht, op de voor
pagina, aan de P.S.P. met haar vijftien moties.
Het is merkwaardig dat kwantiteit nog steeds de
meeste publiciteit krijgt, zonder dat daarbij de
kwaliteit wordt getoetst; dit echter terzijde.
De heer SIMONS: Hebt u dat bij De Stem ge
controleerd?
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik heb De
Stem gelezen.
Bijzonder heeft de C.D.A.-fractie de opmer
king van de heer Simons gegriefd over subsidie
aan vrouwengroepen die vanuit een christelijke
visie willen opereren. Naar aanleiding van een op
merking van een inspreekster heeft hij weinig ver
trouwen in hun emancipatie. Ik moge hem erop wij
zen dat juist in het Christendom en in de door
het Christendom beïnvloede culturen de vrouw van
meet af aan gelijkwaardig was aan de man, dit in
tegenstelling tot bij alle andere culturen. Noem
ze maar: de Islam, het Boeddisme, de Afrikaanse
culturen en het Hindoeïsme. Ik weet wel dat de
heer Simons wanneer hij het over emancipatie heeft
denkt aan de standaardrij van kinderopvang,