647 17 MAART 1983 zijn, want zonder dat paard is de horzel niets of misschien tóch iets, namelijk een beest dat in de biologie een naam heeft die met een "p" begint; dit terzijde. Voor wat betreft Brebo, de inspraak, de benoeming van de gemeentesecretaris en de gou den handdruk ging het niet om wethoudersbeleid wij willen vanuit onze fractie daarop nog eens wijzen maar om collegebeleid. Wanneer er spra ke is van homogeniteit in dit college, dan willen wij dit nu uit de mond van de voorzitter van deze raad bevestigd horen. Op het dualisme van de algemene beschouwin gen van de fractievoorzitter van de P.v.d.A., de heer Dreef, heeft ook de P.P.R. in haar algemene beschouwingen gewezen. Onze fractie stelt vast dat Dreef het best op dreef is als hij spreekt over het beleid in Den Haag... De heer DREEF: Misschien mag ik daar nog wel eens naartoe! De heer SCHURING: Hoe verder het van Breda af ligt, hoe beter u het weet! Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Het was een betoog, gericht op een achterban die in ver warring is. Wij hebben weinig tijd, maar wij wil len toch een aantal zaken doorprikken. Als een toenemend deel van de rijksbegroting wordt opge geten door de schuld die de staat heeft, zal het iedere nuchtere Nederlander duidelijk zijn dat er moet worden bezuinigd. Over de inkomenssituatie wil ik het volgende zeggen. Volgens de cijfers van het Nationaal Planbureau steeg in de periode 1974-1981 de koopkracht van de minima met 16% en die van de modale inkomens met 10%, bleef de koopkracht van tweemaal modaal gelijk en ging die van viermaal modaal met 5% achteruit. De 400, meer die de bijstandsmoeders willen hebben is krap datgene wat de modale werknemer meer in han den krijgt. Omdat in de categorie van de modale

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 647