17 MAART 1983
648
werknemers dikwijls niet gebruikt kan worden ge
maakt van inkomensafhankelijke subsidies ik
denk dan aan de individuele huursubsidie, studie
toelagen etceterahoudt een modale werknemer in
veel situaties ik ken ze minder besteedbaar
inkomen over dan iemand met een minimumloon. Dit
zijn feiten. Professor Stevens, welbekend in
P.v.d.A.-kringen, heeft over deze kwestie gepubli
ceerd en is tot de conclusie gekomen dat er tussen
de inkomenscategorieën ruimte moet blijven. Er
zijn trouwens meerderen in de P.v.d.A. die daar zo
over denken en ik noem dan Pen en De Galon. Om die
reden bracht ik in mijn algemene beschouwingen ook
naar voren dat een door het college uit te brengen
nota over tarieven c.q. reducties op tarieven door
onze fractie welwillend-kritisch zal worden bena
derd, vanuit onze visie op gerechtigheid.
Stomverbaasd is onze fractie over het feit
dat de P.v.d.A. enerzijds beweert dat het program
akkoord een keihard zakelijk contract is waaraan
de partners gebonden dienen te worden, maar ander
zijds aan één van de pijlers van dit akkoord gaat
morrelen, namelijk wanneer het gaat om het aantal
wethouders. Zij wil zelfs, gekker nog, daarover in
augustus een bespreking houden. Waarom juist in
augustus? Wij willen eerst eens weten of nu een
fractie van zeven leden of één van negen leden het
programakkoord onderschrijft, op welke vraag wij
nu gaarne een rechtstreeks antwoord horen. Overi
gens, de enige door de P.v.d.A. beïnvloedbare fac
tor in de collegeformule zou bij een eventuele be
spreking de positie van wethouder Welschen zijn.
Verwacht u dat, wanneer de kruitdampen in uw par
tij zijn opgetrokken, zijn positie onhoudbaar
wordt of dat daarin verandering zal komen? De
C.D.A.-fractie voelt vooralsnog voor handhaving
van de collegeformule van nu, zich daarbij base
rend op het programakkoord. Ik verwijs hierbij
naar pagina 4
De heer DREEF: Heb ik goed beluisterd dat