653
17 MAART 1983
Nu zijn wij eindeloze uren bezig met punten die
voor ons in de eerste plaats niet van belang zijn
en ons in de tweede plaats niet aangaan. Het be
wijs hiervan werd zojuist nog eens geleverd, toen
mevrouw Van Rooij uitgebreid op de buitenlandse
politiek inging, terwijl in de vorige vergadering
de heer Dreef gedurende een halfuur een epiloog
hield over de Haagse politiek, die ons helemaal
niet aangaat en waarop we relatief weinig invloed
kunnen uitoefenen. Hierdoor wordt de politiek in
het Bredase gebeuren, het echte gemeenteraadswerk
waarvoor wij staan, in een verkeerd daglicht ge
plaatst.
De heer HENDRICKS: Geldt wat u zegt ook voor
het stellen van schriftelijke vragen?
De heer TEN WOLDE: Daarvoor behoeft-het niet
in alle gevallen te gelden. Ik begrijp overigens
waarop de heer Hendricks doelt. Wanneer bij de
bevolking ongerustheid over bepaalde plannen van
de gemeente en de uitvoering daarvan bestaat, vind
ik het stellen van vragen daarover, hoe gedetail
leerd- technisch die ook zijn, gerechtvaardigd. Bij
de betreffende vragen was namelijk het maatschap
pelijke probleem het belangrijkst.
De heer HENDRICKS: Ik herinner mij histori
sche vragen over titulatuur. Verder moet ik opmer
ken dat ik wel eens schrik van de hoeveelheid vra
gen die worden gesteld, óók van V.V.D.-zijde.
De heer TEN WOLDE: Ik beoordeel de hoeveel
heid vragen nooit over een korte periode; ik ba
seer mij daarbij liever op statistische gegevens
over een langere periode. Mijns inziens kun je dan
stellen dat de V.V.D.-fractie er erg goed uitkomt.
We konden gisteren de heer Römkens horen pre
luderen op diverse situaties in welzijnsland,
waarbij hij onder meer over coördinatie van diver
se instellingen sprak, daarbij doelend op een