659
17 MAART 1983
het afgelopen jaar volstrekt duidelijk geworden.
Wij hebben acht jaar lang met deze fractie een be
leid gevoerd op basis van goede ruimtelijke-orde
ningsprocedures ten aanzien van diverse stedebouw-
kundige gebeurtenissen. Toen echter de woonwagen-
problematiek om de hoek kwam kijken zag de Partij
van de Arbeid voldoende redenen om, buiten alle
afspraken om waarvoor zij toch had gepleit, te
roepen dat de procedures wel opzij konden worden
gezet, dit ter wille van de huisvesting van één
bepaalde groep. Overigens wil ik hierbij niet ont
kennen dat bij die groep sprake was van grote wo
ningnood. De houding van de Partij van de Arbeid
leverde een bewijs van de manier waarop zij poli
tiek voert op het moment waarop zich een problema
tiek aandient.
De P.v.d.A. wil opnieuw over het college on
derhandelen, maar ik moet zeggen dat haar inter
pretatie van het programakkoord volstrekt onjuist
is. Bij de formulering van het programakkoord is
het vertrekpunt van het college vastgelegd en het
resultaat van de uiteindelijke voorstellen is een
kwestie van politiek onderhandelen binnen het col
lege. Dat de P.v.d.A. zich in die resultaten niet
kan vinden is spijtig, maar biedt in onze richting
geen aanknopingspunt voor hernieuwde onderhande
lingen
Ik wil vervolgens nog enkele opmerkingen in
de richting van de portefeuillehouders maken.
Wethouder Van Dun is blijkens zijn antwoord geen
groot voorstander van wijziging van de budgetme
thodiek. Ook wij willen die niet zozeer afschaf
fen, maar wel moet zij onzes inziens worden geac
tualiseerd. De wethouder wees in dit verband op de
provincie die volgens hem in een zogenaamd laat
stadium de mogelijkheden van het eveneens hanteren
van een dergelijke methodiek zou onderzoeken. Onze
motie beoogt niets anders dan de budgetmethodiek
in het kader van deze tijd van schaarse middelen
nader te bezien, opdat op de huidige problemen
adequaat zal kunnen worden ingespeeld. Ik meen dan