665 17 MAART 1983 verwachten wij ook meer druk vanuit de C.D.A.- fractie hier ter plaatse. Als men mij vraagt waar om wij dat verwachten, wijs ik op bladzijde 2 van de algemene beschouwingen van de C.D.A.-fractie, waar we het volgende kunnen lezen: "Het C.D.A. wil sturen naar een rentmeesterschap, het zorgvuldig behouden en behoeden van wat de Schepper ons in handen heeft gegeven. Dit rentmeesterschap strekt zich naar onze mening uit van een goed beheer van het micro- en macromilieu tot het behouden van ons cultureel erfgoed. In de tweede plaats willen wij vanuit gerechtigheid solidair zijn en dat wordt door de gemeente Breda vertaald als de zorg voor de zwakkeren in onze samenleving.". Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Heeft de heer Dreef niet geluisterd naar wat ik zojuist met betrekking tot de bijstandsmoeders heb gezegd? De heer DREEF: Ik heb alleen geciteerd wat in de algemene beschouwingen van het C.D.A. staat en ik geloof niet dat we daarover verschil van mening hebben. Ik moet concluderen dat uit het geciteerde politieke moed spreekt en dat op dit punt het C.D.A. mijns inziens zijn nek volledig uitsteekt. De Partij van de Arbeid-fractie zal de C.D.A.- fractie hieraan ook regelmatig houden. De heer SCHURING: Steunt u het ook? De heer DREEF: Wij horen graag van het C.D.A. een duidelijke bevestiging op de vraag of het hier achter kan staan, maar ik geloof nu al dat daaraan niet behoeft te worden getwijfeld. Ik wil vervolgens ingaan op hetgeen de V.V.D.- fractie op bladzijde 4 van haar algemene beschou wingen stelt, wat de financiën betreft. Wat daar staat liegt er ook bepaald niet om, namelijk het volgende: "...dat er niet aan te ontkomen zal zijn dat hier" vermoedelijk bedoelt men daar Breda mee "drastisch gesneden zal moeten worden.".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 665