17 MAART 1983 666 Voor alle duidelijkheid willen wij de V.V.D.-frac tie vragen waaraan zij dan denkt, want daarover wordt niets gezegd. Wij hebben in eerste instantie iets over het programakkoord opgemerkt, waarbij wij met twee voorbeelden duidelijk hebben gemaakt hoe het C.D.A en de V.V.D. het programakkoord beleven. In eerste termijn hebben wij gezegd dat voor ons het program akkoord een keihard zakelijk contract is ik hoorde toen al wat geroezemoes waaraan wij on ze partners wensen te houden. Ik wil in dit ver band opnieuw iets citeren uit de algemene beschou wingen van het C.D.A. en wel het volgende: "...een programakkoord dat onderschreven wordt door vier partijen in deze raad. Naar de mening van de C.D.A.-fractie is het juist in deze tijd van be lang dat partijen" nu komt het! "weliswaar ieder vanuit zijn eigen insteek een gezamenlijke marsroute hebben.". Mag ik hieruit begrijpen dat wij weer te maken kunnen krijgen met situaties waarvan ik in eerste termijn voorbeelden heb gege ven? Wij kunnen ons dat uiteraard niet voorstellen mede gezien de uitspraak van het C.D.A. met be trekking tot de sector onderwijs dat niet met het programakkoord zou mogen worden gesjoemeld. Dat is duidelijk en juist, want anders zou wij hebben dat als Partij van de Arbeid al eerder gezegd de politieke betrouwbaarheid in het geding zijn. Ik wil voorts nog eens opmerken dat onze fractie een bepaalde politiek vanuit een tweespo renbeleid voert, enerzijds via beleidsimpulsen, gericht op het zoeken naar oplossingen voor pro blemen met betrekking tot wonen, welzijn en werk gelegenheid, met name ten aanzien van de laagst betaalden, en anderzijds door het streven naar een sluitende begroting. Op basis van dit tweesporen beleid zullen wij het collegebeleid kritisch blij ven volgen, mét de prijskaartjes die er door de heer Van Dun aan worden gehangen. Nu ik de heer Van Dun toch al heb genoemd, wil ik meteen opmerken dat hij en de heer Sandberg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 666