681 17 MAART 1983 één inderdaad stond dat Defensie geen mededelingen omtrent het vervoer van kernwapens wilde doen. Iets eerder lag echter een brief ter visie die aangaf dat er geen kernwapens door Breda zouden worden vervoerd. Kunt u mij meedelen of deze in formatie juist is? Ik heb ook begrepen dat die brief na ongeveer drie dagen is weggehaald, waar voor ik graag een verklaring hoor. Ik wil nu overstappen naar de beantwoording door wethouder Van Dun. Op zijn laatste opmerking gisteravond aan ons adres zullen wij niet ingaan. Hij gaf daarmee een persoonlijke visie op de han delwijze van de P.S.P. en dat is zijn goed recht; dat wij het niet met hem eens zijn is een tweede. Wel wil ik iets zeggen over de wijze waarop de wethouder over de gouden handdrukken heeft gespro ken. De wethouder suggereert alsof wij daarover iets naar buiten hebben gebracht als een -soort van publiciteitsstunt voor onze achterban en dat vinden wij erg goedkoop, want dat het hier om een principiële zaak gaat is duidelijk. Wij vinden het onjuist dat er een groot verschil in rechtsgelijk heid tussen ambtenaren onderling en overige werk nemers bestaat en deze rechtsongelijkheid moet dan ook verdwijnen. Wij hebben de wachtgeldregeling bij de ABVA/KABO aangevraagd en wij willen de wet houder vragen op welke artikelen uit die wacht geldregeling de uitkeringen zijn gebaseerd. Wij kunnen ons voorstellen dat hij op die vraag nu geen antwoord kan geven en willen hem daarom ver zoeken ons hierover zo snel mogelijk schriftelijk te berichten. Wij zullen dan datgene doen wat wij eigenlijk van het college hadden verwacht, name lijk deze kwestie landelijk, via de ABVA/KABO, ter discussie stellen. Dat de plaatselijke afdeling dit zal steunen blijkt al uit de brief die in de pers is verschenen. Tot op heden hebben wij van niemand vernomen dat hij positief tegenover de ge dane uitkeringen stond en wij betreuren het dan ook dat de leden van het g.o. niet nader op deze zaak willen ingaan zodra het woord

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 681