683 17 MAART 1983 hebben gebruikt. 'Ik hoop dan ook dat de wethouder tevreden is, al kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat zijn kwaadheid van gisteren gedeel telijk werd veroorzaakt door de kritiek die hij van andere fracties kreeg en die hij op ons afrea geerde. Overigens mag wethouder Van Dun ook dat van mij doen. Ik kom vervolgens bij het antwoord van wet houder Römkens, naar aanleiding waarvan ik slechts enkele opmerkingen wil maken. In de eerste plaats willen wij hem vragen wat meer duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot zijn verhaal rond de B.W.O.B. Enerzijds heeft hij meegedeeld dat er geen geld komt voor het instandhouden van de hui dige personele bezetting, terwijl hij anderzijds de deur open hield voor het opbouwwerk in De Heu vel en De Driesprong. Kan hij dit nader uitleggen? Wij hebben verder begrepen dat hij met de B.W.O.B. van mening is dat de subsidie voor de overheadkos ten te laag is. Spreekt hij daarmee over het te kort van f 40.000,in de begroting die u is voorgelegd of over een ander bedrag? Vervolgens stelde de wethouder dat hij de vrouwengroepen wil betrekken bij het opzetten van een vrouwenberaad. Als uit de discussie met de di verse vrouwengroepen mocht blijken dat zij aan een dergelijk beraad geen behoefte hebben, ziet hij dan ook van zo'n vrouwenberaad af? Wij zijn er blij om dat de wethouder onze vi sie over de 10%-regeling deelt. Betekent dit ech ter ook dat hij andere activiteiten gaat onderne men om deze zaak verder aan te kaarten? De wethouder vertelde gisteren in zijn ver haal onder meer ook dat binnen de sector welzijn alle franje reeds is verdwenen, dat verdere bezui nigingen in deze sector zeer kritisch dienen te worden bekeken en dat ten aanzien daarvan voor zichtig te werk moet worden gegaan. Is dit de vi sie van het gehele college en houdt het in dat de ze sector bij verdere bezuinigingen extra zal wor den ontzien?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 683