17 MAART 1983 694 De heer Ten Wolde meende dat ik boos was, maar ik was meer geraakt en ik zal ook vertellen waarom. Hij stelde namelijk dat de wethouder geen voorstander is van het kritisch bekijken danwel het wijzigen van de budgetmethodiek. In de eerste plaats wordt daarover in het programakkoord ge sproken, zodat daartoe wel zal móeten worden over gegaan en in de tweede plaats was ik vooral ge raakt omdat ik mij zeer goed herinner wie de be treffende passage in het programakkoord heeft ge schreven. Wanneer ik dus zou zeggen dat ik van een kritisch bekijken danwel wijzigen van de budgetme thodiek geen voorstander zou zijn, zou ik met mij zelf in conflict komen. Ik heb dat bovendien ook niet gezegd, zodat naar ik vermoed de heer Ten Wolde het verkeerd zal hebben begrepen. Wel heb ik op iets anders gewezen. Op hetzelfde moment waarop de partijen in de Bredase raad die het college steunen besloten de budgetmethodiek kritisch te gaan bezien, lieten exact dezelfde partijen misschien behoudend D'66 op provinciaal niveau in het programakkoord opnemen dat het de moeite waard zou zijn te bekijken of de budgetmethodiek niet zou kunnen worden ingevoerd. Ik heb alleen ge wezen op het merkwaardige van de situatie dat wij op basis van onze ervaring terecht tot heroverwe ging willen komen, terwijl bij de provincie op het zelfde moment de wens om tot een dergelijk systeem over te gaan naar voren is gebracht. Ik heb in dit verband nog een tweede opmer king gemaakt. In één van de moties van de V.V.D. staat ter zake van de budgetmethodiek een termijn genoemd waarop de heroverweging had dienen plaats te vinden. Ik heb gesteld dat wij natuurlijk tot die heroverweging zullen komen, maar daarbij heb ik tevens gewezen op de andere prioriteiten zoals wij die hebben gesteld. Zo is de afdeling finan ciën weliswaar niet als enige maar wel als trekker bezig met twee begrotingen in het jaar 1983, een stuk reorganisatie binnen het gemeentelijk appa raat en de invoering van nieuwe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 694