697 17 MAART 1983 zijn de prijskaartjes die de raad, daartoe uitge nodigd door het college, aan het programakkoord gaat hangen. Van de kant van D'66 is gevraagd waarom ik een bepaalde opmerking met betrekking tot het meerjarenperspectief heb gemaakt. Eerlijk gezegd vond ik het gek dat daarover niets was gezegd en daarom leek het mij goed even wat te kietelen. Misschien is het bepaalde raadsleden ontgaan dat ook dat onderdeel van de besluitvorming uitmaakt en ik zou het vreselijk vervelend vinden als men pas op het laatste moment zou merken dat men tot het nemen van een besluit daaromtrent wordt uit genodigd. Als ik de heer Hendricks goed heb begrepen heeft hij voorgesteld de behandeling van de bud gettaire capaciteit voor het volgend jaar los te koppelen van de begrotingsbehandeling voor het lo pende jaar. Ik wijs hem erop dat wij dat altijd hebben gedaan en het ook in de toekomst zullen doen. Nu is er sprake van een merkwaardig samen treffen door het te laat behandelen van de begro ting. De begroting 1983 behoorde in de laatste maanden van 1982 te worden behandeld, waarmee wij bij de planning normaal gesproken ook rekening houden; u weet echter waarom dat nu niet is ge beurd. Gewoonlijk vindt dan in maart van het jaar daarop de raadsbehandeling plaats over de budget taire capaciteit en het uitgangspunt inzake de ta rieven voor het komend jaar. Door die loskoppeling ontstaat een veel duidelijker beeld en wordt ook meer ruimte voor bepaalde besluitvormingsproces sen gecreëerd. De heer Hendricks vroeg vervolgens of over de 1,2% contact is geweest met de partijen die het programakkoord hebben ondertekend, maar hij kan weten dat dit niet is gebeurd, aangezien met hém geen contact heeft plaatsgevonden. De heer HENDRICKS: Ik ben slechts één van de vier en in de aanvangperiode van het met elkaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 697