701
17 MAART 1983
erg te vinden dat voor de heer De Werd de volks
tuinen geen hoofduitgangspunt van beleid vormen,
want binnen mijn portefeuille is dit in het kader
van de beplantingen jiiist één van de belangrijkste
dingen waarmee ik mij mag bezighouden!
Wethouder SANDBERG: Er is inderdaad gistera
vond weinig over de Machinefabriek Breda gezegd,
maar naar mijn mening leent dat onderwerp zich
minder voor algemene beschouwingen. Daarbij is de
raad bij brief van het college uitvoerig van de
recente gang van zaken op de hoogte gesteld. Noch
tans heeft mevrouw Van Rooij naar de gang van za
ken van dit moment gevraagd, waarop ik heel in het
kort wil ingaan. Wij moeten tegen elkaar zeggen
dat wij voor wat deze aangelegenheid betreft erg
cruciale dagen met elkaar tegemoet gaan. Zoals de
raad weet heeft de gemeente een risicodragend ver
mogen van 6 miljoen toegezegd en thans zijn de
banken, de bewindvoerders, de raad van bestuur en
de Nationale Investeringsbank aan de beurt om hun
stukken in de legpuzzle in te passen. Het verloopt
allemaal niet zo snel als ik mij had voorgesteld,
maar ik weet niet welke moeilijkheden aan die zij
de liggen. Feitelijk moet ik constateren dat de
tijdwinst die wij hebben geboekt door de gelukkig
snelle besluitvorming binnen het gemeentebestuur
langzamerhand wegdruppelt doordat bij anderen het
proces dat zij kennelijk moeten doormaken veel
trager verloopt dan wenselijk is.
Mevrouw Van Rooij heeft ook gevraagd of het
management voldoende is toegerust. Ik moet opmer
ken dat de problemen die zich in deze situatie
voordoen natuurlijk de normale bedrijfsvoering
verre te boven gaan en dat het kader van de fa
briek daarop helemaal niet is ingesteld. Gelukkig
heeft het bedrijf zich wel verzekerd van externe
steun in de sfeer van juristen en accountants,
terwijl ook de gemeente in bescheiden mate haar
kennis ter beschikking heeft gesteld om de direc
tie en alle geledingen binnen het bedrijf met raad