17 MAART 1983 704 Wethouder SANDBERG: Daarin heeft de heer Ten Wolde volstrekt gelijk, maar wij verwachten dat uiterlijk morgen of maandag duidelijkheid omtrent het standpunt van de BOM zal worden geschapen. Daarover is een extern rapport uitgebracht dat vandaag zou verschijnen. Ik ken het niet, maar het is ook niet aan ons maar aan de BOM uitgebracht. Naar aanleiding van die rapportage zou de BOM zo snel mogelijk een standpunt innemen. Nogmaals wijs ik erop dat het bij het hele proces op de kwali teit maar ook op de snelheid van de besluitvorming aankwam. Wij zijn wat vooruitgelopen, maar dat ontslaat anderen natuurlijk niet van de verplich ting binnen de beschikbare tijd eveneens snel tot besluiten te komen. De heer TEN WOLDE: Wanneer is de BRIM van haar verplichtingen af, dit dan juridisch gezien? Wethouder SANDBERG: Juridisch is de BRIM een verplichting van 6 miljoen aangegaan met de uit drukkelijke voorwaarde dat het de bedoeling is dat de BOM hiervan 4 miljoen overneemt. Als de BOM besluit en daartoe ook de machtiging van de minis ter krijgt om voor de 4 miljoen te participeren is de BRIM de voorgarantie van 4 miljoen kwijt en staat zij alleen nog voor het risicodragend vermogen van 2 miljoen, dat zij uit eigen midde len heeft toegezegd. Het kan alleen verkeerd lopen wanneer de BOM om welke reden dan ook niet kan of niet mag participeren. In die situatie is de BRIM nat voor 6 miljoen en dat zal wel degelijk laten we daarover geen enkel misverstand laten be staan gevolgen hebben voor de mogelijkheden, de flexibiliteit, die de BRIM heeft inzake het helpen van andere bedrijven. Vooralsnog gaan we er echter allen vanuit dat wij gezamenlijk als BRIM, BOM en provincie onze schouders onder de Machine fabriek Breda zullen zetten. Ik doe altijd naar eer en geweten mijn best alle vragen te beantwoorden. Naar ik meen zijn ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 704