713 17 MAART 1983 betekenis die bij-voorbeeld de Woonruimtewet '47 zou kunnen hebben, een onderwerp waarover we mijns inziens snel een discussie in de raad moeten voe ren; de argumenten over en weer worden hoe langer hoe duidelijker. Op dit moment wil ik daarop niet nader ingaan. Door de heer Simons is nog iets gezegd over het spreidingsbeleid. In de verschillende buurten liggen problemen, die soms geaccumuleerd zijn, en deze problemen worden zeker niet door één groep veroorzaakt; het betreft hier een opeenstapeling van problemen van diverse groepen. Dit is een kwestie die ook in de nota verre burgers aan de orde wordt gesteld. Deze zaken dienen integraal en in een redelijke samenhang te worden opgelost, in het kader waarvan ook het toewijzingsbeleid zal moeten worden bekeken. Gisteren heb ik gesteld dat wij daartoe kunnen overgaan wanneer die samenhang ook inderdaad op tafel kan worden gelegd, bijvoor beeld in de vorm van de nota inzake de verre bur gers. Voor wat betreft de woonlasten is gezegd dat er een schijnwerkelijkheid wordt gecreëerd wanneer je suggereert ten aanzien daarvan lokaal over mo gelijkheden te beschikken, maar die stelling vind ik veel te ver gaan en ik geloof ook dat die on juist is. Wij hebben wel degelijk mogelijkheden, maar we zullen lokaal ontzettend veel regelingen moeten ontwikkelen teneinde tot een goed geheel te kunnen komen, terwijl goede regelingen op lan delijk niveau een veel groter bereik hebben en veel betere mogelijkheden bieden wanneer het om de kwantiteit gaat. Dat neemt niet weg dat toch zowel landelijk als plaatselijk nogal wat uit de kast moet worden gerammeld om te proberen daar uit te komen. D'66 wil over de cijfers stoeien, maar ik wil dat op dit moment niet doen. Ik wil wel één sug gestie wegnemen, want als naar aanleiding van een vraag van de heer Hendricks noch door ons noch door de ambtenaren bepaalde cijfers kunnen worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 713