721 17 MAART 1983 landelijke politiek! De heer RöMKENS: Dat zullen we wel moeten, aangezien de landelijke overheid ons voorschrijft hoe wij dienen te handelen ten aanzien van de ABW-uitkeringen Inzake de G.S.D.-nota heb ik gisteren gezegd dat deze op korte termijn in het college aan de orde komt. Uiteraard worden dan commissie en raad daarover geïnformeerd. De V.V.D. had wat moeite met mijn tekst. Ik neem aan dat de heer Ten Wolde niet beschikt over het vermogen ik ken hem om woorden stenogra fisch op te nemen. Vermoedelijk heeft hij slechts enkele woorden opgeschreven, zodat hij niet over mijn volledige tekst beschikt. Als hij daaraan be hoefte heeft kan hij mijn integrale tekst krijgen, in elk geval heb ik iets anders gezegd dan hij naar voren bracht. Door het C.D.A. en de P.S.P. zijn vragen ge steld over de 100%-financiering respectievelijk de 10%-bijdrage van de gemeente. Eigenlijk behoort dit meer tot de portefeuille van collega Van Dun, maar ik heb er gisteren al iets over gezegd. Ik heb duidelijk gemaakt dat het hier een bijzonder zware last op de begroting van Breda betreft, na melijk netto 8 miljoen voor wat betreft de ex tra stijging in twee jaar.Ik merk hierbij verder op dat de centrale overheid de gemeente in medebe wind de opdracht geeft wetten en regelingen uit te voeren;ik stel dit met name in de richting van de heer Dreef naar aanleiding van zijn opmerkingen over de bij standsvrouwen.Het C.D.A. heeft gevraagd hoe ik sta tegenover de uitspraak van de staatsse cretaris dat compensatie voor een 100% financiering in de uitkering uit het Gemeentefonds moet worden gezocht.Ik moet zeggen dat ik het met die opvat ting van de staatssecretaris niet eens ben,maar ik wacht met belangstelling de voorjaarsnota af. De beleidsruimte van de gemeente staat niet in verhouding tot de kosten die in dit verband voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 721