17 MAART 1983
722
rekening van de gemeente blijven, hetgeen verre
gaande invloed heeft op de totale gemeentelijke
financiën, in het bijzonder op het welzijnsbeleid.
De heer TEN WOLDE: U zult het mij hopelijk
niet kwalijk nemen dat ik niet alle woorden van
de heer Römkens heb kunnen noteren!
Wethouder VAN ASSELDONK: Mevrouw Van Rooij
deelde mee geen antwoord te hebben gekregen op
iets dat ik niet als een vraag heb opgevat. Naar
mijn mening kwam van die kant de constatering dat
het C.D.A. de ontwikkeling van gemeenschapshuizen
in de richting van buurthuizen met grote reserve
beziet. Wij hebben evenwel het beleid in die rich
ting in gang gezet en wij willen het ook vervolgen
hetgeen alles te maken heeft met democratisering.
De buurtoverlegorganen zullen de toekomstige be
sturen van de buurthuizen zijn en het is natuur
lijk een vanzelfsprekendheid dat daarin een verte
genwoordiger van de wijkcomité's wordt opgenomen,
want zij zullen de gebruikers van de buurthuizen
zijn.
Het particulier initiatief en de activiteiten
van vrijwilligers blijven recht overeind staan;
dit punt is al besproken in verband met het onder
deel inzake de sociaal-culturele centra.
Naar aanleiding van het gestelde door de heer
Hendricks ben ik enigszins in de problemen gekomen
niet vanwege zijn vraagstelling maar in verband
met een kleine terechtwijzing van een collega in
het college. Deze heeft een bijzonder grote porte
feuille en heel veel werk, maar hij is onverwoest
baar en zeer attent, want 'hij heeft opgemerkt dat
ik in zijn volkstuintje heb gezeten en inderdaad
behoort dat tot zijn portefeuille. Ik meende het
juist zo goed te hebben gedaan, want het jeugdwerk
hoort volgens mij in de portefeuille van de heer
Sandberg thuis zodat ik de vraag daarover meende
te moeten laten liggen.