21 MAART 1983 748 minder gestructureerd kan worden overlegd dan met de woningbouwverenigingen. Ogenschijnlijk hebben wij ons steeds aan het gestelde in de motie gehou den, maar met onze motie leggen wij de nadruk op een integraal karakter van deze drie criteria per bouwplan. Vanuit die optiek is het belangrijk dat we niet alleen kijken naar het vraagstuk van de stichtingskostenzoals dat zo vaak gebeurt, ook nu weer in de discussie rond goedkoop bouwen. Ik verwijs hierbij naar de notitie die naar de com missieleden is gezonden. Naast de beheersing van de stichtingskosten dient voorts rekening te wor den gehouden met de 50-jarige exploitatieduur van de woningen en de kale huur die uit de stichtings kosten voortkomt. Hier ligt duidelijk een relatie met het hele woonlastenvraagstukwaarover we met name in deze begrotingsbehandeling de mond vol heb ben gehad. Met de motie willen wij getuigen van onze verantwoordelijkheid in dit kader. Wethouder WELSCHEN: Zoals de heer De Zwart weet gaat het bij goedkoop wonen niet alleen om de stichtingskosten, maar ook om de onderhoudsnorm waar we ruim binnen moeten blijven; anders zouden we ons zelf ten onrechte rijk rekenen. Het is de bedoeling dat alles wat binnen het contingent wordt ingepast tegen de toetsingscriteria wordt aangezet. Tegen de motie hebben wij in ieder geval geen be zwaren. De heer TEN WOLDE: De C.D.A.-fractie heeft aan ons verzoek geen gevolg gegeven. De toelich ting van de heer De Zwart bevatte weinig nieuws behoudens de aanduiding van de termijn van vijftig jaar, die als argumentatie voor deze motie voor mij volstrekt nieuw is. De heer Welschen heeft ge zegd dat met het in de motie verwoorde ten aanzien van de plannen integraal rekening wordt gehouden en daarom ben ik van mening dat de motie weinig nieuwe aspecten bevat. Derhalve zal mijn fractie tegen de motie stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 748