10 FEBRUARI 1983
74
beschikt. De gemeentelijke overheid heeft tot taak
de belangen van de inwoners van de gemeente te be
hartigen en moet zich dus ook inzetten voor het
behoud van hun werkgelegenheid, als die wordt be
dreigd. Het gemeentebestuur heeft echter op dat
terrein geen eigen bevoegdheden en kan slechts
een bemiddelende rol vervullen en druk uitoefenen
op degenen die wèl tot het nemen van beslissingen
geroepen zijn. Het is daarom van groot belang dat
van de beperkte middelen een zo intensief mogelijk
gebruik wordt gemaakt. In het verleden is al ge
bleken dat op die wijze goede resultaten kunnen
worden bereikt en tegen deze achtergrond heeft de
V.V.D.-fractie grote waardering voor de snelle re
actie van het college, toen de kabinetsplannen
voor opsplitsing van het RSV-concern en de conse
quenties daarvan voor Breda bekend werden.
Onmiddellijk is het college in overleg ge
treden met de directie en de ondernemingsraad van
de Machinefabriek Breda en heeft het zich gewend
tot de Tweede Kamer-commissie van Economische Za
ken. In de voorbije dagen is de wethouder van wer
ken voortdurend heen- en weergependeld tussen Bre
da en Den Haag, op protestbijeenkomsten de sympa
thie van het Bredase gemeentebestuur voor de werk
nemers vertolkend en in formele en informele con
tacten in Den Haag de belangen van de werkgelegen
heid bepleitend. Een en ander vond zijn afronding
in de hoorzitting van de Tweede Kamer-commissie
van Economische Zaken, waar de gemeente samen met
de ondernemingsraad aantoonde waarom de Machine
fabriek Breda niet verloren mag gaan.
Uit de zojuist door wethouder Sandberg afge
legde verklaring blijkt dat er naar het zich laat
zien altijd nog een goede mogelijkheid is dat de
kabinetsplannen ter zake van de Machinefabriek
Breda in elk geval worden bijgesteld. Het is ech
ter zeker nog te vroeg om te juichen, want er is
nog geen volstrekte zekerheid voor de toekomst.
Wêl is in ieder geval gebleken dat een eensgezind
optreden van alle betrokkenen niet bij voorbaat