751 21 MAART 1983 initiatief in dezen een warm hart toedraagt. Daar om wil ik ook een beroep op de C.D.A.-fractie doen om deze motie in te trekken. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Wij zullen deze motie niet intrekken. Zij is ingediend in samenhang met onze algemene beschouwingen waarin wij op het tot stand brengen van een samenhangend geheel hebben aangedrongen. Bovendien sluit de mo tie aan op het programakkoord. De heer DREEF: Voor ons is deze motie niet helemaal duidelijk, wat vooral geldt voor het ge stelde achter het laatste gedachtenstreepje. Mijns inziens is het toch met name de gemeenteraad die de dienst uitmaakt, althans zeker de zaken vast stelt. In de motie wordt aangedrongen op een sa menhangend beleid en op uitvoering van de door de raad vastgestelde prioriteiten, maar aan de andere kant beoogt de motie kennelijk de raad toch weer buiten spel te zetten. Wij horen daarom graag een wat nadere verduidelijking. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Wenst de heer Dreef een verduidelijking van het gestelde in het programakkoord of van de inhoud van de motie te vernemen? Het gedeelte waarop de heer Dreef doelde is rechtstreeks uit het programakkoord overgenomen. Voorts hebben wij op een samenhangend geheel en een eenvoudige planningsmethode aange drongen. Mijns inziens moet een en ander volkomen duidelijk zijn. De heer DE WERD: Ook wij hebben problemen met het staartje van de motie, waarin de relatie tus sen de gemeente en het particulier initiatief toch wel onduidelijk naar voren komt. Wij zijn van me ning dat in een tijd waarin een sober beleid moet worden gevoerd de gemeente duidelijk haar eigen prioriteiten moet kunnen stellen, dit dan uiter aard wel in goed overleg met het particulier en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 751