753 21 MAART 1983 De heer TEN WOLDE: Ik heb zojuist al gezegd dat wij het volste vertrouwen hebben in de wijze waarop de heer Römkens het beleid op dit punt in gang zal zetten. 'Wij vragen ons echter nog af of de heer Römkens de steun van de raad nodig heeft zoals aangegeven achter het eerste gedachten- streepje in de motie. De heer DE WERD: Wij vinden de motie niet al leen overbodig, maar ook onduidelijk, omdat zij de relatie tussen gemeente en particulier initia tief niet voldoende aanscherpt; er wordt niet aan gegeven in welke richting die relatie zich zou moeten bewegen. In die zin vinden wij de motie ook onvoorzichtig, omdat zij een ruimte open laat die wel eens ten koste zou kunnen gaan van de moge lijkheden die de gemeenteraad zelf heeft. Hier gelden dus drie O's, namelijk: overbodig, onduide lijk en onvoorzichtig. De heer SIMONS: Datgene wat achter het derde gedachtenstreepje staat vinden wij op zichzelf uitstekendmaar het gestelde achter het vierde gedachtenstreepje vinden ook wij erg onduidelijk en ook gevaarlijk, omdat daarmee heel wat ruimte en openingen worden geboden die niet worden inge vuld. Daarom zullen wij tegen stemmen. De heer DREEF: Wij kunnen ons vinden in de motivering die de P.P.R. zojuist heeft verwoord en op grond daarvan zullen wij onze stem niet aan de ze motie geven. Wethouder RÖMKENS: Ik heb gesproken over het op te starten overleg met bewonersgroepen en in stellingen om te komen tot een samenhangend geheel. Een uitspraak van de raad in deze zin zou een be langrijke ondersteuning bij die besprekingen kun nen vormen en tegen die achtergrond zeg ik volmon dig "ja" op de vraag van de heer Ten Wolde. Op de o's en a's van de overige sprekers heb

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 753