761 21 MAART 1983 De heer TEN WOLDEIk moet twee heren in deze raad een antwoord geven. Ik ben het volstrekt eens met de opmerking die de heer Dreef maakte, welke opmerking volledig aansluit bij onze algemene be schouwingen, waarin wij hebben gesteld ons geheel te kunnen vinden in het reserveren van 1,2 mil joen voor nieuw beleid. Als wij willen inspelen op de afnemende algemene reserve zullen we de bestaan de taken heel kritisch moeten bekijken teneinde het nieuwe, het vernieuwende, beleid meer gestalte te kunnen geven. Dat is de interpretatie die aan het gestelde achter het eerste gedachtenstreepje moet worden gegeven. De heer Simons heeft iets gezegd over niet doorvoeren van de rijksbezuinigingen in de rich ting van het gemeentelijk beleid. Wij spreken over "een betere afstemming", waarmee wij doelen op de gegevens die wij van het college nodig hebben om te kunnen beoordelen wat mogelijk is. Mijns inziens is het juister van een betere afstemming te spre ken dan van te voren vast te leggen dat de rijks bezuinigingen niet moeten worden doorgevoerd. De heer SIMONS: U laat dus de mogelijkheid open om eventueel kortingen niet door te voeren? De heer TEN WOLDE: Wij vinden dat het college die zaken kritisch dient te bekijken en ons om trent de mogelijkheden moet informeren Hierna wordt motie 6 bij handopsteken aange nomen De VOORZITTER: Ik concludeer dat de heer De Werd tegen heeft gestemd. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik wil graag een voorstel van orde doen. Vanavond is uitslui tend de besluitvorming over de moties aan de orde aangezien de debatten al eerder hebben plaatsgevon den. Ik heb echter het gevoel dat er nu opnieuw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 761