765
21 MAART 1983
hetgeen minister Ruding onlangs weer heeft aange
kondigd. Het is voor ons dan ook onverklaarbaar
waarom het C.D.A. bijvoorbeeld niet met het ge
stelde onder punt 8 kan instemmen.
De heer SCHURING: U hebt onze motivering in
onze tweede termijn heel duidelijk kunnen horen;
wij hebben die met feiten en cijfers toegelicht.
De heer Dreef praat nu tegen beter weten in.
Hierna wordt motie 9 bij handopsteken verwor
pen.
De VOORZITTER: Ik constateer dat de fracties
die de motie hebben ingediend voor hebben gestemd
en de fracties van C.D.A. en V.V.D. tegen.
Motie 10, ingediend door de heer Dreef:
"De gemeenteraad van Breda, in vergadering
bijeen op 14 maart 1983, gezien de beleids-
toelichting op de begroting 1983,
gehoord de discussies rond de begroting 1983
en de voornemens t.a.v. de komende begroting
1984 en 1985 en de HUG-operatie tweede ronde;
vaststellend dat:
1het meer dan ooit nodig is in het beleid
duidelijke keuzes te maken;
2. hierdoor de keuzes voor nieuw beleid in
1983 een eerste aanzet is gemaakt;
spreekt als zijn mening uit dat:
3. in 1983 de beleidsontwikkeling consequen
ter en nog veel scherper dan voorheen
dient te staan in het teken van de hoofd
aandachtspunten uit het programakkoord
en de door het programakkoord lopende
rode lijn van een wezenlijk sociaal be
leid waarbij de samenhang tussen werk,
werkloosheid en bestedingsmogelijkheden
van individuele burgers de kern vormen
met name tot modaal;