21 MAART 1983
768
waaraan wij uiteraard geen boodschap hebben. Wel
kunnen wij ons vinden in het gestelde onder punt
4want wij menen dat een verscherping van het be
leid op die punten van wezenlijk belang is. Met
het oog daarop, uit intentionele overwegingen,
willen wij de motie dan ook graag ondersteunen.
De heer DREEF: De C.D.A.-fractie wil niet nu
inhoudelijk over het gestelde in de motie praten,
maar zij wil dat wel nadat de prijskaartjesactie
heeft plaatsgehad. Wij verwachten dat die binnen
twee a drie maanden zal hebben plaatsgevonden. Kan
de C.D.A.-fractie aangeven wat zij hiermee bedoelt?
Als zij inderdaad tot hernieuwd overleg bereid is,
zijn wij geneigd onze motie in te trekken.
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik heb in
derdaad gezegd dat wij daartoe bereid zijn.
De heer DREEF: Op basis van deze toezegging
van het C.D.A. trekken wij de motie in.
Motie 12, ingediend door de heer Dreef:
"De gemeenteraad van Breda, in vergadering
bijeen op 14 maart 1983, overwegende dat:
1uitspraken van lagere overheden gewenst
zijn ter ondersteuning van de mening van
een gestadig groeiend aantal burgers dat
zich tegen plaatsing van (nieuwe) atoom
wapens in Nederland en de rest van Europa
verzet;
2de grootmachten van de wereld er nog niet
in slagen maatregelen te treffen, welke
een blijvende vrede en veiligheid op aar
de garanderen;
3. ook lagere overheden (mede)verantwoorde
lijk zijn voor de toekomst van hun bur
gers en hun nageslacht;
besluit
4. dat indien zulks aan de orde komt, plaat
sing van (nieuwe) atoomwapens op haar