21 MAART 1983 772 initiatiefgroep voorgesteld, terwijl wij nog ad viezen inwinnen omtrent de vraag of er een specia le commissie nodig is en zo ja, hoe die zou moeten worden samengesteld. Mevrouw PAULUSSEN: Het onderwerp discrimina tie is zeer belangrijk en ook heel precair en wij zullen er ook met ons allen van overtuigd zijn dat ten aanzien daarvan iets zal moeten gebeuren, het geen naar ik heb begrepen ook door het college wordt onderschreven. Ik wil echter nog wel iets opmerken met betrekking tot punt 7. Met de in onze motie genoemde initiatiefgroep doelen wij niet op een definitieve groep. Wij zijn echter van mening dat in deze fase met vertegenwoordigers van maat schappelijke groeperingen en vertegenwoordigers van de bijzondere groepen over de advisering dient te worden gesproken. Het is mijns inziens belang rijk dat intern, binnen de gemeentelijke organisa tie, over dit onderwerp wordt gepraat, maar wij zien graag dat tevens de mogelijkheid aanwezig is in deze fase met vertegenwoordigers van de genoem de groeperingen overleg te plegen. Blijkens een andere motie wordt het maatschappelijk en geïnsti tutionaliseerd initiatief erg belangrijk gevonden. Wij hechten er dus zeer aan dat in deze fase reeds het door ons bedoelde overleg wordt gevoerd. Wat ons betreft behoeft dan niet van een initiatief groep te worden gesproken; wij doelen op een ad- hoc-overleg De heer TEN WOLDEHet antwoord van de wethou der was mijns inziens volstrekt duidelijk en ik geloof niet dat wij elkaar in de raad moeten be zighouden met de vraag wat onder een eventuele ini tiatiefgroep moet worden verstaan. De wethouder gaf duidelijk aan dat al het een en ander op gang is gebracht, zodat ik mij afvraag waarom de motie zou moeten worden gehandhaafd. Wethouder RöMKENSHet college heeft de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 772