773 21 MAART 1983 indieners geadviseerd de motie in te trekken, maar daarop heb ik geen reactie gehoord. Ik heb aange duid dat er al het een en ander op route is en dat de commissie binnenkort met onze bevindingen zal worden geconfronteerd. De heer DREEF: Mevrouw Paulussen heeft zo juist aangegeven welk punt met name voor ons erg belangrijk is en wij zullen graag zien dat daaro ver nog eens nader in de commissie wordt gesproken. Overigens zijn wij er nog niet uit of deze kwestie onder algemene zaken of onder welzijn dient te vallen, maar dat moet het college zelf maar bepa len. Gehoord de toezeggingen zijn wij er wel toe bereid de motie in te trekken. Wethouder RöMKENSIk wil de toezegging doen dat in de daarvoor geëigende commissie nog zal kunnen worden gesproken over de vorm die aan een in te stellen groep moet worden gegeven. De VOORZITTER: Ik begrijp dat de indiener be reid is de motie in te trekken. Motie 18, ingediend door de heer Simons: "De raad van Breda in vergadering bijeen op 14-16-17-21 maart 1983, behandelend de be groting middelen en milieu, overweegt: het vaststellen van de hoogte van de gasta- rieven heeft grote gevolgen voor de woonlas ten van de Bredase bevolking de laatste jaren wordt op de jaarvergadering van de VEGIN de stijging van de gastarieven ter discussie gesteld en worden moties inge diend om een lagere prijs te beijveren of om een lager BTW-tarief te hanteren; de gemeente Breda heeft tot nu toe de lijn van de VEGIN gevolgd, zonder dat hieraan vooraf een discussie heeft plaatsgevonden in de raad;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 773