777 21 MAART 1983 dat het tot op heden de gewoonte van de ge meente is om te pas en te onpas de huurhar- monisatie ineens toe te passen ten aanzien van gemeentelijke woningen die vrij komen; dat een dergelijke harmonisatie ex artikel 17 Huurprijzenwet niet verplicht is gesteld doch hoogstens geadviseerd; dat voorts de gemeente de gewoonte heeft om na het verrichten van een grootonderhouds beurt niet doorgegane huurverhogingen in het verleden a.g.v. achterstallig onderhoud door te berekenen in de huurprijzen; dat ook een dergelijke handelwijze nergens verplicht is gesteld in de wettelijke maat regelen dienaangaande; stelt vast: dat de huurprijzen van de sociale sector waar mogelijk zo laag mogelijk gehouden die nen te worden en dat de gemeente daarin een actieve politiek dient te voeren welke on verenigbaar is met de bovenstaande feiten is van mening dat: - de huurharmonisatie in de sociale sector, in het bijzonder ten aanzien van woningen die niet in goede staat verkeren slechts bij uitzondering verdedigbaar kan zijn en derhalve in zijn algemeenheid niet toege past mag worden; - de toepassing van de zogenaamde huurinhaal. eveneens achterwege dient te blijven, te meer daar ook hier niet is aangetoond dat deze huurinhaal berust op dwingend recht verzoekt het college op korte termijn te bewerkstelligen dat de bovengenoemde maatregelen niet meer automa tisch toegepast zullen worden ten aanzien van gesubsidieerde woningen in de sociale sector Wethouder WELSCHEN: Van onze kant is enige tijd geleden al de toezegging gedaan dat wij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 777