781 21 MAART 1983 is; stelt vast: dat vaak een grote concentratie van "verre burgers" ten onrechte als oorzaak van soci ale problemen wordt aangevoerd; spreekt als zijn mening uit: dat iedere aanzet tot een spreidingsbeleid afgekeurd dient te worden." Wethouder WELSCHEN: Het lijkt mij van belang nog eens duidelijk aan te geven dat op dit moment in een aantal buurten sprake is van een opeensta peling van problemen en dat de toewijzing zoals die in het verleden heeft plaatsgevonden de pro blematiek niet heeft opgelost, maar die soms zelfs heeft versterkt, doordat in een aantal situaties verschillende mensen die om diverse redenen in de problemen kunnen zitten dicht bij elkaar wonen in woonruimte die vaak niet tot de allerbeste in de stad behoort. Wij hebben geprobeerd in overleg met de comités die in deze buurten werken tot een goed afsprakensysteem te komen, waarbij ook zij enige invloed op de woonruimteverdeling kunnen hebben en adviezen kunnen geven over de lijnen die zouden kunnen worden gevolgd. Ik wil in dit ver band een voorbeeld geven dat niets te maken heeft met het spreidingsbeleid, maar dat wel aangeeft in welke richting je kunt denken. Wanneer je op basis van prioriteitstelling jongeren in ruimtes met ge meenschappelijke voorzieningen wilt huisvesten, kun je met het probleem worden geconfronteerd dat de drie meest urgente jongeren toevallig absoluut niet met elkaar kunnen opschieten. In dat geval moet je niet de urgentievolgorde kiezen, maar be kijken hoe de woonruimte met gemeenschappelijke voorzieningen op de beste wijze kan worden inge vuld. Op dezelfde manier proberen we in verschil lende buurten waar diverse problemen liggen via het maken van afspraken te bekijken of we tot een goede combinatie--"van mensen kunnen komen, waarbij de prioriteit die wij in dezen hebben gesteld niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 781