21 MAART 1983 788 Arbeid-fractie wordt hierover verschillend gedacht. Sommige leden zullen op basis van de toezegging van de wethouder tegen de motie stemmen, terwijl een ander deel van de fractie voor zal stemmen. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Naar aanlei ding van de toezegging van de wethouder zullen wij tegen de motie stemmen. Wel willen wij eraan her inneren dat wij er in de commissie op hebben aan gedrongen het haalbaarheidsonderzoek tevens naar andere locaties in de stad uit te strekken. De heer TEN WOLDEDe wethouder heeft toege zegd dat er duidelijkheid zal worden gegeven, dus waarom zouden wij als raad nog een motie op dit punt moeten aannemen? Dat lijkt ons onverstandig en wij zullen derhalve tegen de motie stemmen. De heer HENDRICKSOok wij hebben voldoende aan de toezegging van de wethouder en zullen tegen de motie stemmen. Hierna wordt motie 30 bij handopsteken ver worpen De VOORZITTER: De heren Simons en De Waal, mevrouw Paulussen, de heer Crulmevrouw Dijkzeul en mevrouw Rattink hebben voorgestemd. Motie 31 (gewijzigd)ingediend door de heer Hen dricks "De raad van de gemeente Breda, in vergade ring bijeen op maandag 21 maart 1983, ge hoord de begrotingsbehandeling 1983, constaterende dat - in alle sectoren van beleid zich steeds meer problemen voordoen; - de financiële middelen om deze problemen op te lossen steeds schaarser worden; van mening zijnde dat: - in deze zorgelijke tijden gelijke aandacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 788