793 21 MAART 1983 oordeel dat aan een aantal dingen moet worden vol daan en dat met name een aantal dingen verduide lijking behoeft alvorens een dergelijk initiatief kan worden geëffectueerd. De bedoelde duidelijk heid is op zeer korte termijn te verwachten. Rond juni kunnen we een aantal algemene maatregelen van bestuur tegemoet zien met betrekking tot het vestigingsbeleid van huisartsen en apotheken, ter wijl bovendien rond dezelfde tijd van rijkswege de definitieve planningsnotitie zal verschijnen, voor de insiders meer bekend als de definitieve bouw- stenennota. Daarnaast wordt op dit moment bezien hoe de stedelijke planning zich kan danwel moet verhouden met de stadsgewestelijke planning, ge zien het feit dat zich in de grotere plaatsen voorzieningen bevinden, ook in de tweede lijn, die in een meer regionale planningssituatie moeten worden ingepast, een en ander overigens overeen komstig de visie van de bestuurscommissie G.G.D. waarin ook leden van deze raad zijn afgevaardigd. Kortom, binnen zeer afzienbare tijd zal er een stuk meer duidelijkheid zijn geschapen. Het colle ge is van mening dat op het moment waarop die dui delijkheid aanwezig is het gevraagde initiatief onverwijld dient te worden genomen, opdat op de korst mogelijke termijn wij denken hierbij aan het eind van het jaar de definitieve commissie ex artikel 23 kan worden geïnstalleerd. Op basis van deze toezeggingen verzoekt het college D'66 de motie in te trekken, hetgeen wij eveneens be leefd doch dringend verzoeken. De heer HENDRICKS: Het college is vanavond uitermate beleefd! De heer DE BRIJIJN: Wij zullen aan dat verzoek niet voldoen en wel om de volgende redenenDe wethouder heeft gezegd dat zo snel mogelijk de de finitieve commissie zal worden ingesteld en juist daarmee hebben wij problemen. Er wordt op dit mo ment al gekeken naar de stedelijke planning in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 793