21 MAART 1983
794
kader van de stadsgewestelijke planning, hetgeen
mijns inziens nu al in overleg met de gebruikers
en verstrekkers moet gebeuren. Onzes inziens biedt
de wet zoals die nu bekend is al voldoende aankno
pingspunten om met een commissie te starten en met
deze materie reeds inhoudelijk bezig te zijn. Als
we wachten tot juni zijn we weer een heel eind
verder en dan kan onder andere geen invloed meer
worden uitgeoefend op de stedelijke planning; we
zullen dan al te ver op streek zijn. Naar onze me
ning moet dus nu al worden gestart met een voorlo
pige commissie waarin de verstrekkers en de ge
bruikers vertegenwoordigd zijn.
De heer DREEFWij ondersteunen het betoog
van de heer De Bruijn en gaan met de motie akkoord.
De heer SIMONS: Ook wij achten een voorberei
dingscommissie erg belangrijk en zullen de motie
dan ook steunen.
Hierna wordt motie 33 bij handopsteken ver
worpen
De VOORZITTER: De fracties van de Partij van
de Arbeid, D'66, de P.S.P. en de P.P.R. hebben
voor de motie gestemd.
Motie 37 (gewijzigd). ingediend door de heer De
Werd
"De raad van de gemeente Breda, in vergade
ring bijeen op 21 maart 1983,
overwegende
1dat het vanuit milieuhygiënisch oogpunt
noodzakelijk is de hoeveelheid te storten
afvalstoffen te beperken,
2. dat met het starten van initiatieven
m.b.t. het gescheiden inzamelen van huis
houdelijk afval de mogelijkheden in de
praktijk onderzocht kunnen worden om dit
systeem van afvalverwerking op grote