24 MAART 1983 829 vastzitten is duidelijk. In de commissie heb ik ook toegezegd dat bij de te treffen regeling te vens die financiële consequenties zullen moeten worden aangegeven. Mogelijkerwijs zal met iets in zee kunnen worden gegaan dat in de praktijk goed zal kunnen werken. In de commissie heb ik verder gezegd dat het op dit moment nog gaat om een stuk je theorie, zij het dat die wel is uitgevonden door mensen die in de praktijk met deze zaken wer ken, reden waarom het goed is een halfjaar na de inwerkingtreding met elkaar te evalueren in hoe verre de regeling voldoet en te bekijken of even tueel verbeteringen, wellicht opnieuw met financi ële consequenties, kunnen worden aangebracht. Ik heb hieromtrent in de commissie een toezegging ge daan, die ik graag in de raad wil herhalen. Mevrouw Van Bergen heeft gesproken over de 62.000,Los van de regeling en de eventuele bezwaren die je daartegen kunt hebben moet ik zeg gen dat mijns inziens de rijksoverheid in dezen een redelijke miskleun heeft gemaakt. Wij kennen momenteel nog een regeling waarbij 80% van de kos ten door de rijksoverheid wordt betaald en 20% door de lokale overheid. Nu de regeling vervalt, moet heel concreet en klinisch doorredenerend wor den besloten dat die 20%, in dit geval 62.000, aan de gemeenten dient toe te vallen. Het rijk be paalt evenwel dat dit bedrag moet dienen om de ge volgen en de knelpunten als gevolg van het ophef fen van de regeling op te vangen. Ik vind dat een nauwelijks te pruimen beleid, maar we hebben het nu eenmaal te accepteren, daar deze regeling door het parlement is gesanctioneerd. Dit betekent der halve dat de knelpunten op de kap van de gemeente terecht zullen komen. Er zal nog wel uitvoerig overleg worden gevoerd tussen de staatssecretaris, de Kamercommissie en de V.N.G. omtrent een aantal uitwerkingsaspecten, welk overleg zich in Den Haag zal afspelen. Het college heeft gemeend de 62.000,niet in onze zak te moeten steken nu de regeling overboord is gezet. Wij willen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 829