24 MAART 1983 837 echter worden gesteld dat dit schoolgebouw niet meer past in de onderwijskundige visie van vandaag de dag, voor wat betreft de bereikbaarheid en de relatie tussen de kleutersectie en de lagere- schoolafdeling. Aan de eisen die op dat punt kun nen worden gesteld voldoet het gebouw op geen en kele wijze. Het tweede alternatief dat wij hebben uitgewerkt om een oplossing voor de problemen te kunnen bieden zou dan ook op grond van exact de zelfde argumenten worden afgewezen, want het rijk is er niet toe bereid voor deze accommodatie, die constructief-technisch gezien nog in orde is, op grond van onderwijskundige motieven een grotere bijdrage te verlenen. Om deze zelfde reden zijn schoolbestuur en gemeente na overleg en inwinning van advies tegen de eerste afwijzing niet in be roep gegaan. De argumentatie is zo waterdicht dat er geen speld tussen te krijgen is, reden waarom wij geen poging hebben ondernomen voor het tweede plan een bijdrage vanuit Den Haag te verkrijgen. Bij de directie bouwzaken krijgen we helaas in de ze situatie geen poot tussen de deur. Nochtans moet dat naar de mening van het college geen argu ment zijn om deze school in deze wijk met deze on derwijskundige problemen nu geen helpende hand toe te steken. Dit is in wezen geen normaal voorstel, want doorgaans leggen wij alleen voorstellen aan de raad voor waaromtrent overleg met het ministe rie heeft plaatsgevonden en goedkeuring van het mi nisterie is verkregen, maar in dit geval ligt het anders. Mijns inziens is het echter in het kader van het hele onderwijskundige veld heel belangrijk dat de raad door honorering van dit voorstel dit specifieke onderwijskundige probleem te lijf gaat. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 9. bijlage nr. 116 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS IN TE

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 837