840 24 MAART 1983 lijnen is de financiering echt bij elkaar geharkt, maar men moet dit ook zien als een extra financie ring. Het is mijns inziens niet terecht in dezen openbare werken iets te verwijten. Ik raad de heer De Bruijn aan iets verder in de geschiedenis terug te gaan en het eerdere programma voor verbetering van de woonomgeving te bekijken. De heer DE BRUIJN: Ik heb geen verwijt ge maakt in de richting van openbare werken. Wethouder WELSCHEN: Ik heb de begrotingsver gaderingen en de daarbij gedane voorstellen nog in gedachten. Bij dit voorstel moet men zich rea liseren dat wanneer het fonds artistieke werken niet zou zijn bijgesprongen überhaupt niets moge lijk zou zijn geweest. Naar mijn mening zijn we nu op een goede manier van start gegaan. Voor wat betreft de inzet van jeugdige werk lozen, zal in de commissie welzijn II ongetwijfeld zijn gedacht aan het E.A.J.-project in het kader waarvan speelvoorzieningen worden gemaakt. Het is natuurlijk een mogelijkheid om deze groep bij za ken als deze te betrekken, omdat zij juist voor een aantal van de aspecten in dit verband is opge leid. Wanneer bij die groep het werkprogramma vol zit of zij om andere redenen in dezen niet kan functioneren, zal uiteraard in de sector jeugd en sport worden geprobeerd jeugdige werklozen aan de gang te krijgen. Duidelijkheid bestaat daarover echter op dit moment nog niet. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 11. bijlage nr. 118 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM AAN DE BESTUURSCOMMISSIE VOOR DE SOCIALE WERKVOOR ZIENING VOOR 1983 EEN WERKKREDIET BESCHIKBAAR TE STELLEN VAN 400.000,(S)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 840