10 FEBRUARI 1983
84
met grote oprechtheid is gedaan. Wij als V.V.D.-
fractie zouden hierover onze waardering moeten
uitspreken en wij willen die ook niet geheel en
al achterwege laten, maar kritische kanttekenin
gen bij de gevolgde procedure moeten wel worden
gemaakt. Wij zijn van mening dat de thans gevolg
de procedure voortaan niet meer kèn.
Wat is namelijk het geval? De instellingen
vragen aan, de ambtenaren gaan aan de slag, praten
over de aanvragen met de verantwoordelijke wethou
der en schrijven een geheel verzorgd rapport, dat
door het college in principe wordt aanvaard en
vervolgens naar buiten gaat. Dat zijn boodschappen
die door de overheid, in casu het college, worden
uitgezonden en daar mogen burgers en instellingen
waarschijnlijkheid aan toekennen. Aan de hand van
inspraakavonden en bezwaarschriften vindt nog
enige bijstelling plaats en dat is het dan. Was
het maar waar! Daarna wordt door de commissies
welzijn I en welzijn II voor de bezwaarmakers nog
een hoorzitting gehouden. Dat noem ik een op-de-
valreep-actie, die voor nagenoeg alle fracties zo
als mij dat in de commissies is gebleken grote
problemen heeft opgeleverd. Wij worden dan gecon
fronteerd met bezwaren tegen een voorstel waar wij
als fractie part nog deel hebben gehad.
In augustus/september zou naar mijn mening
reeds een voorlopig concept aan de commissies die
nen te worden voorgelegd, dat na bespreking tot
een definitief concept kan worden omgewerkt. Dan
voelen wij als raad ons ook verantwoordelijk voor
datgene wat de inspraak in gaat. In de tweede
plaats zal bij minder beschikbare gelden minder
versnippering dienen op te treden. Een instelling
heeft er niets aan wanneer bijvoorbeeld 15.000,
wordt gevraagd en men 5.000,toegewezen
krijgt. Zulke verhoudingen en nog veel schril
lere komen veelvuldig voor. Op deze wijze kan
naar onze mening van geen efficiënte besteding
van gelden sprake zijn. Iedereen eet dan wel uit
de ruif, maar magen worden niet gevuld en in