854 24 MAART 1983 moeten hebben ingevuld. Ik vind dat het college een duidelijk beleid moet voeren ten aanzien van de wenselijkheden en ook op korte termijn De heer DE BRUIJN: Ik heb niet gesproken over het invullen van de wenselijke bestemming, maar over het maken van een bestemmingsplan en dat is iets anders. De heer TEN WOLDE: Ik pleit ervoor dat met name de wenselijkheden zo snel mogelijk worden in gevuld, opdat degenen die een bestemming willen realiseren, hetzij de gemeente hetzij derden, niet behoeven te wachten alvorens de zaak formeel zijn beslag krijgt. Ik wil de wethouder vragen hoe het komt dat door hem danwel door de dienst zo laat is gesigna leerd dat aan dit gebied bescherming dient te wor den gegeven. Heeft hij bepaalde indicaties dat daar iets zou kunnen gebeuren? Er mag geen tweede ELVAGO-WERIM-situatie ontstaan, waarbij het colle ge achteraf in het ongelijk wordt gesteld. Voorts wil ik van de wethouder horen welke bestemmingen hij op het oog heeft en op welk mo ment hij daaromtrent nadere indicaties kan geven. De heer SIMONS: Zoals bekend heeft de P.S.P. over het algemeen bezwaren tegen het nemen van voorbereidingsbesluitenmaar in dit uitzonderlij ke geval willen wij daarmee akkoord gaan. Wel wil len wij echter een duidelijke uitspraak horem om trent de termijn waarbinnen een bestemmingsplan zal worden gemaakt, terwijl wij ook willen verne men in hoeverre in een bestemmingsplan een relatie zal worden gelegd naar het gebouw. Ik kan me voor stellen dat alvorens het bestemmingsplan gereed is een bestemming voor dat pand wordt gevonden en ik vraag me af of ook dat dan weer via een voorberei- dingsbesluit zal moeten worden geregeld. Mevrouw PELLIS: Eigenlijk is alles wat wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 854