21 APRIL 1983 880 voor het lokaliseren van woonwagens. In dit ver band herinner ik aan de toezegging die de heer Van Dun in het laatste gedeelte van zijn periode als wethouder van ruimtelijke ordening en openbare werken heeft gedaan, namelijk dat over de invul ling van de witte vlekken nader met de buurt zou worden gesproken. Ik kan mij dan ook voorstellen dat nu dit voorstel voorligt de bewoners zich af vragen waarom zij nog niet zijn gehoord. Ik ga er van uit dat de bewoners met name door de wijze waarop het voorstel is geredigeerd in paniek zijn gebracht, dit hopelijk ten onrechte. Ook in de commissie zijn in verband hiermee misverstanden gerezen en daarom hoor ik graag nog een bevesti ging dat de interpretatie die de wethouder zelf aan het voorstel heeft gegeven de juiste is. Die interpretatie houdt in dat met dit voorstel uit sluitend het licht op groen wordt gezet om de ge sprekken over deze locatie te openen. Dat betekent dat wij ons nu nog niet op deze locatie vastleggen, maar dat we de voors en tegens daarvan nog rustig zullen bekijken, daarbij de inbreng van de bewo ners en de woonwagenbewoners goed op hun waarde wegend. Het lijkt mij ook naar de bewoners toe heel belangrijk dat dit duidelijk wordt gesteld. Zij moeten nadrukkelijk weten dat er nog geen en kele beslissing omtrent de inrichting van die lo catie is genomen, maar dat alleen is besloten te bekijken of die locatie hiervoor mogelijkheden biedt. Mevrouw PELLIS: Ten aanzien van het onderha vige gebied zijn al twee voorbereidingsbesluiten genomen, maar op de besluiten daaromtrent moet nu worden teruggekomen vanwege het feit dat één niet meer van toepassing kan zijn, omdat de geplande woningbouw niet op de voorgenomen wijze gestalte zal kunnen krijgen. Het is onze fractie opgevallen dat bij iedere procedure in dit verband, hoe zorgvuldig die ook plaatsvindt, op bezwaren van de één of de ander

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 880