881 21 APRIL 1983 wordt gestuit. Naar onze indruk wordt wel eens vergeten hoe moeilijk het is deze opdracht die ons van de zijde van de rijksoverheid is gegeven uit te voeren. De gemeente is verplicht een decentra lisatiebeleid met betrekking tot de woonwagen standplaatsen te voeren, waarbij iedereen in deze gemeente een zekere verantwoordelijkheid draagt. Het is dan ook ontzettend vervelend dat wij bij de uitvoering daarvan steeds weer op bezwaren stuiten. Het gaat bij dit voorstel om een voorberei- dingsbesluitBestaat al zicht op de wijze waarop de bewoners en de wagenbewoners bij de verdere ontwikkeling en inrichting van de locatie aan de Gageldonkseweg zullen worden betrokken? De heer SIMONS: Over de locatie Achter Emer is deze week een gesprek gevoerd met verschillen de leden van de raad en woonwagenbewoners die daar een standplaats zullen krijgen. De kans is vrij groot dat ten aanzien van die locatie nog een wijziging zal worden aangebracht en daarom wil ik er nu niet teveel woorden over vuil maken Als ik het goed heb begrepen komen de betrokkenen in de volgende vergadering van de commissie wonen hierover praten. Voor wat betreft de locatie aan de Gageldonk seweg staan volgens mijn informaties de toekomsti ge bewoners daar vrij positief tegenover, zeker gelet op de andere woonwagenlocaties die zij heb ben gezien. Wij zullen met dit voorstel akkoord gaan. Wethouder WELSCHEN: Wij zijn met betrekking tot het voorgestelde in de gelegenheid de raad wat eerder dan de vorige keer op de hoogte te stellen van de situatie en van de plannen. Deze keer was dat mogelijk, waarvan wij ook gebruik hebben gemaakt In de eerste plaats is in dezen sprake van een verhaaltje dat Achter Emer betreft. Zeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 881