903 21 APRIL 1983 Te betreuren valt dat in het kader van dit voorstel niet meteen een oplossing voor de jonge ren is gezocht. Er is sprake van een eventuele jongerenaccommodatie in de oude toren. Welke mo gelijkheden de bouwkundige situatie biedt, is on duidelijk. Uitgangspunt voor het uitgestippelde beleid is aanhaking van jongerenruimten aan in de wijken te realiseren accommodaties. Naar mijn me ning zou het naar de jongeren toe beter zijn ge weest als we hun meteen enige duidelijkheid had den kunnen verschaffen. Daarnaast meen ik dat er een kostenbesparend effect had kunnen worden be reikt. Er wordt ook vorige sprekers hebben erop geattendeerd hier een fors bedrag gevraagd. Duidelijk zal zijn dat wij geen enkele kredieto verschrijding zullen accepteren. Overigens meen ik dat in dit verband toezeggingen van het college minder van betekenis zijn dan beslissingen van de raad, die immers zelf bepaalt waarmee hij akkoord wilt gaan. De heer DE WERD: In de commissie hebben wij er al blijk van gegeven dat wij dit voorstel po sitief ontvangen en er geen bezwaren tegen hebben. De vragen die we in de commissie hebben gesteld zijn voor zover dat mogelijk was tot redelijke tevredenheid beantwoord. De overige opmerkingen die ik nog zou kunnen maken, zijn hier al gemaakt; ik heb er geen behoefte aan ze te herhalen. Wethouder VAN ASSELDONK: Aan de orde is het complex De Koe en daarbij staan enige punten cen traal, die door diverse sprekers ter sprake zijn gebracht. In mijn beantwoording wil ik een split sing aanbrengen tussen aangelegenheden die De Koe als monument betreffen en aspecten die verband houden met de sociaal-culturele voorzieningen die wij in het complex willen treffen. De heer De Bruijn en anderen hebben erop gewezen dat er nu wat het monument betreft misschien niet zo veel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 903