911 21 APRIL 1983 22 december heeft het college een beslissing geno men over de besteding van een bedrag van 239.000,en op 14 januari heeft raad daarover een brief gekregen. Wij gingen er eerst van uit dat het mogelijk was met een eenmalige beschikking te volstaan, maar men heeft ons er van de kant van het ambtelijk apparaat op attent gemaakt dat het beter is met raadsbesluiten te werken. De dienst evenwel, voortvarend werkend, had al een brief naar het nationaal ondersteuningsfonds gezonden met de mededeling dat het college tot een besluit was gekomen en dat het bedrag zou worden overge maakt. Overigens is er nog niets uitgegeven en heeft de raad nog volledige vrijheid van handelen. Op het moment dat de bedoelde brieven uitgingen kon men alleen maar op basis van de toen genomen collegebeslissing te werk gaanmaar achteraf leek het ons raadzamer in alle gevallen de procedure van een raadsbesluit te volgen. Hierover heeft men het een en ander kunnen lezen in de brief van 14 januari, waarin een passage van wethouder Van Dun is opgenomen. De heer DE BRUIJN: De wethouder zegt dat wij op de hoogte hadden kunnen zijn en inderdaad is op 14 januari een brief naar de raad gegaan, terwijl de door mij genoemde brieven van eerdere data zijn. Toch blijft er een probleem bestaan. Volgens de wethouder kan de raad nog alle besluiten nemen, maar als een brief is gestuurd waarin mededeling wordt gedaan van een genomen beslissing zonder dat de nadere voorwaarde is gesteld dat de raad nog akkoord moet gaan, zou het van, vriendelijk uit gedrukt, zeer onaardig bestuur getuigen zo'n be slissing toch nog terug te draaien. Ik meen dat de gemeenteraad ook naar het college toe, voor een eenduidige lijn in het bestuur moet zorgen en met het oog daarop heb ik gezegd dat de raad met de rug tegen de muur staat. Overigens gaan wij met het voorstel akkoord, want wij zien in welke pro blemen er zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 911