913 21 APRIL 1983 zullen zijn: het aantal zou van 40 naar 50 gaan. Waarom ook in de Donk en de Haagse Beemden de koopavond naar de vrijdag zou moeten, is ons niet duidelijk: het wordt in de stukken die ter visie hebben gelegen, ook nauwelijks gemotiveerd. In de commissie is verband gelegd met het feit dat ook Princenhage en Prinsenbeek op de vrijdag zit ten, maar tevens is meegedeeld dat de gemeente Prinsenbeek weer van de vrijdag- naar de donder dagavond gaat. Wij hebben begrip voor de aangevoerde argu menten, inhoudende dat ook voor de middenstand een verslechtering is opgetreden. Of echter de verplaatsing van de koopavond van de donderdag naar de vrijdag, deze verslechtering kan goedma ken, betwijfelen wij. Wij hebben kennisgenomen van de argumentatie van een aantal winkeliers aan het Valkeniersplein met veel personeel in dienst. Deze winkeliers pleiten voor instandhouding van de hui dige koopavond op donderdag. Voor ons is van be lang dat in combinatie met de zaterdag overbelas ting zou kunnen optreden en voorts dat de vrijdag avond steeds meer als een familie-avond wordt ge zien. Ook in de brief van de Dienstenbond F.N.V. wordt daarop ingegaan. Met de arbeidsvoorwaarden kunnen wij hier ons overigens niet bemoeien: het arbeidsvoorwaardenbeleid is een zaak van werkge vers en werknemers. Samenvattend: de argumenten die voor het ge dane verzoek zijn aangevoerd, hebben ons niet overtuigd en wij spreken ons daarom tegen het voorstel uit. Wethouder SANDBERG: Je kunt met dit onder werp avonden vullen, maar ik zal daartoe niet bij dragen. Aangezien de heer De Waal tegen koopavon den is, heeft een discussie over de vraag of de koopavond, waar hij tegen is, op donderdag of op vrijdag moet plaatsvinden, naar mijn mening wei nig zin. De heer De Waal is tegen, waarvan akte. De heer Dreef heeft er gelijk in dat de in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 913