21 APRIL 1983
918
de ambtenaren, die hiermee een fraai staaltje van
arbeidzaamheid hebben laten zien, in hoge mate ook
door de vertegenwoordigers van het onderwijsveld
en daarnaast ook wel door de raadsleden in de
vroegere commissie onderwijs en in de latere com
missie welzijn II. Thans hebben we te maken met
een laatste versie van het onderwijsplan en het
scholenspreidingsplan
De relatief lange tijdsduur van de totstand
koming heeft de C.D.A.-fractie helemaal niet ver
ontrust. Integendeel: van meet af aan hebben wij
het volgende gesteld. Het gehele veld moet bij de
behandeling en bij de uitwerking daarvan worden
ingeschakeld en dan mag die hele operatie meer
tijd in beslag nemen dan bij een puur ambtelijke
manoeuvre het geval zou zijn. Ook in de toekomst
zal de inbreng vanuit het onderwij sveld centraal
moeten staan. Het verheugt ons dan ook bijzonder
dat alle stukken voor nu en voor in de toekomst in
samenwerking ik heb het al gezegd met de on
derwijsorganisaties tot stand zijn gekomen, ter
wijl bovendien in de beleidsvoornemens 1 tot en
met 8 op bladzijde 4 van de nota van toelichting
het tot stand brengen van een goede overlegstruc
tuur van en met het onderwijsveld prioriteit heeft
gekregen. Het college heeft hiermee bij de C.D.A.-
fractie een tere snaar geraakt. Ik zou bijna wil
len zeggen: het is ons op de meest voortreffelijke
wijze tegemoet gekomen.
Wij willen graag met het voorstel akkoord
gaan en wij willen het college er dank voor zeggen
dat het voorstel zo zorgvuldig is uitgewerkt, dat
het zo behoedzaam tot stand is gekomen en dat het
kwalitatief zo hoogwaardig is, dit alles dan in
een tijd waarin we over minder middelen beschikken
en waarin we te maken hebben met de moeilijke ope
ratie van de integratie van kleuter- en lager on
derwijs. Graag maken wij het college ons compli
ment.
Mevrouw RATTINK: De heer Schuring spreekt