921 .21 APRIL 1983 Wethouder SANDBERG: De heer Schuring heeft weinig vragen gesteld en ik hoef hem dan ook wei nig antwoorden te geven. Hij heeft gesproken over een tere snaar en een gevoelig punt en hij is er dankbaar voor dat met name de overlegstructuur er uit is gekomen als één van de elementen die de ko mende maanden nadere aandacht moeten gaan krijgen. Naar mijn mening is deze prioriteit, in overleg met de commissie, terecht gekozen, want er dient een goede overlegstructuur te zijn omdat de voor stellen in overleg met het onderwijs tot stand moeten worden gebracht. Het ontbreken van een goe de overlegstructuur zou bij het uitzetten van de verdere lijnen naar de toekomst een handicap zijn. Overigens wijs ik de heer Schuring erop dat niet alleen aandacht aan de overlegstructuur zal worden gegeven, maar dat tegelijkertijd onder meer het punt van leerlingen in achterstandssituaties zal worden aangepakt. In feite is het de bedoeling meer lijn te krijgen in het stimuleringsbeleid dat in Breda op het onderwijsveld en ten aanzien van aanverwante voorzieningen over zeven fronten tege lijk wordt gevoerd. Het is hoogst noodzakelijk dat met het weinige beschikbare geld zo effectief mo gelijk wordt gewerkt. Bovendien is het zaak dat het plan tegen 1985 gereed is, omdat de rijksover heid dan na afloop van enige projecten wellicht in de budgettaire sfeer wat moeilijk gaat doen. Daar naast is het van belang dat in overleg met de com missie een plan voor het openbaar onderwijs wordt gemaakt, in het kader van de specifieke verant woordelijkheid die de raad voor dat onderwijs heeft. Uit de kanttekeningen van mevrouw Rattink blijkt dat het verwachtingspatroon bij haar frac tie wat anders lag. Inderdaad moet op diverse pun ten nog duidelijkheid worden gecreëerd. Ik heb ook ruiterlijk erkend dat zelfs zeker nog een achttal zaken goed op een rij moet komen. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Rattink dat zij nog weinig concreets aantreft, wijs ik op één van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 921