927 21 APRIL 1983 essentieel zijn, in de eerste plaats de opmerking over de solvabiliteit en de liquiditeit van de N.S.A.W. Over de solvabiliteit en de liquiditeit is nog steeds geen uitsluitsel gekomen en het rijk verricht nog steeds onderzoek. Kortom, wij weten niet wat wij met deze Stichting op langere termijn aan moeten. Van belang is ook de voortgang van de Stich ting als toegelaten instelling. Ontbinding, zo is in de commissie van de kant van het college ge zegd, wordt niet geheel uitgesloten, terwijl over de continuïteit geen oordeel te vormen is. Als over de continuïteit geen mening te vormen is, zijn we, denk ik, op een moeilijke manier bezig. Tot slot wijs ik op de opmerking van de kant van het college, inhoudende dat de N.S.A.W. in Breda niet meer aan bod zal komen. Deze uitspraak is gedaan in de vergadering van de commissie wonen van 8 maart j1Het bevreemdt ons tegen deze ach tergrond ten zeerste dat dit voorstel hier ligt. Ik wijs er in dit verband op dat de in de commis sie geuite bezorgdheid "Kamerbreed" was. Wij vra gen ons af hoe wij dit voorstel in het kader van de in commissieverband gevoerde discussie moeten zien, waarom de commissie wonen niet bij de gang van zaken is betrokken had dit te maken met de zwaarwegende discussie die we in de commissie heb ben gevoerd? en hoe het college, tegen de ach tergrond van de in de commissie wonen gedane uit spraken, deze transactie denkt te kunnen voortzet ten, gelet ook op de moeilijke positie waarin de N.S.A.W. zich bevindt en waarin zelfs het rijk nog geen volledig inzicht heeft. De heer BOKKELKAMP: Soms werkt de verbazing van de P.S.P. verhelderend. De heer SIMONS: Dank ui De heer BOKKELKAMP: Ik doel dan op vragen die worden gesteld naar aanleiding van vragen op grond

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 927