21 APRIL 1983
944
achtergrond vind ik de motie prematuur. Ik wil
eerst kennisnemen van de resultaten van het onder
zoek. Gelet op het feit dat er ook op andere plaat
sen levensgevaarlijke situaties in woonbebouwing
bestaan zullen we tot een afweging moeten komen.
Wethouder VAN DUN: De heer De Werd legt naar
mijn mening ik herinner ook aan opmerkingen
zijnerzijds aan het adres van collega's een
kwade-trouw-verhouding ten aanzien van het college
op tafel. Aan het adres van de heer Sandberg heeft
hij een paar opmerkingen over onderhandse aanbe
stedingen gemaakt en nu zegt hij dat hij in het
vragen van dit krediet alleen de bedoeling kan
zien.
De heer DE WERD: Dat waren geen opmerkingen
tegen de heer Sandberg en ook niet tegen het col
lege. Het ging over onderhandse aanbestedingen,
over de zaak. Het gaat altijd over de zaak, niet
over personen of het functioneren van personen.
Wethouder VAN DUN: Dat is mij volstrekt dui
delijk. Hier gaat het natuurlijk ook niet over het
college, maar als dan wordt verondersteld dat dit
krediet wordt gevraagd om een vertraging met twee
maanden te bewerkstelligen is dat natuurlijk je
reinste flauwe kul.
Aangezien slechts de heren Simons, De Waal en
De Werd zich vóór de motie-Simons blijken te
willen uitspreken, wordt deze geacht te zijn
verworpen
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con
form het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
14. bijlage nr. 146.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZA
KE HET CONTINUEREN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN