10 FEBRUARI 1983
94
karakter van stimuleringsmaatregel brengt, zoals
het college het in het programma terecht formu
leert, met zich mee dat nieuwe activiteiten moge
lijk moeten zijn. Wij staan volledig achter het
gemeentelijk criterium, inhoudende dat extra aan
dacht aan achtergebleven groepen moet worden gege
ven, waarbij geldt dat vrouwen met een laag inko
men en een geringe opleidingskans dubbele achter
stand hebben. Het criterium "plaatselijk karakter"
wordt uiteraard door ons onderschreven, evenals
het criterium "openbaar karakter": de activitei
ten moeten voor iedereen toegankelijk zijn en men
moet de vrouwen niet uitsluitend op basis van lid
maatschap van religieuze en politieke organisa
ties recruteren. De activiteiten van "Vrouwen ont
moeten vrouwen" in Princenhage beschouwen wij als
openbaar; als echter de Rooie Vrouwen in Princen
hage hun activiteiten openbaar zouden maken, kun
je daarmee nog niet van openbare activiteiten
spreken. Dit kan men ook voor andere groepen, an
dere wijken en andere politieke partijen invullen.
Een emancipatiebeleid vergt nu eenmaal dat keuzen
worden gedaan en dat voorrang wordt gegeven, het
geen beperkingen met zich meebrengt. Mèt het col
lege hopen wij dat meer geld voor het emancipatie
programma ter beschikking zal komen. Als het C.D.A
op het punt van het emancipatieprogramma zijn mo
tie indient, zullen wij die zoals men zal begrij
pen niet steunen.
Tot slot vestig ik de aandacht op een "Kamer
breed" amendement (amendement D) waarin wordt
voorgesteld in het programma 1983 het subsidiebe
drag voor de BWOB voorlopig vast te stellen. We
zijn indringend geconfronteerd met de financiële
perikelen en alles wat daarmee samenhangt
van de BWOB en met het overleg dat de BWOB met het
college heeft. Het lijkt ons niet goed nu een sub
sidiebedrag te fixeren. De tekst van amendement D
is u, mijnheer de voorzitter, wel bekend, hoewel
u er nog niet over beschikt.