951
21 APRIL 1983
een intensieve begeleiding. Deze bestaat uit een
jonge onderwijzer en een bouwkundig tekenaar, bei
den in de W.V.M.een timmer- en een metselinstruc-
tuur en daarnaast een projectleider, die het pro
gram opzet en begeleidt, terwijl hij tevens de on
misbare schakel vormt tussen het leer- en het
werkgedeelte. Deze laatste werkt overigens nog
steeds op vrijwillige basis. Het zal duidelijk
zijn dat van deze jongeren niet kan worden ver
wacht dat zij na een jaar het niveau hebben bereikt
om te kunnen doorstromen naar het reguliere be
drijfsleven. Een garantie om enkele jaren in dit
project te kunnen meedraaien is het minimum om de
ze jongeren enig uitzicht te kunnen verschaffen op
een betere maatschappelijke positie. Na één jaar
in de W.V.M. vallen zij weer terug op hun oude ni
veau. Wij willen er dan ook voor pleiten dat u
stappen naar de rijksoverheid onderneemt om deze
problematiek rond de W.V.M. duidelijk te maken en
aan te dringen op meer samenhangende en structure
le voorzieningen, zoals ook is verwoord in de re
solutie die in de op 7 december jongstleden gehou
den ledenvergadering van het C.D.A. werd aangeno
men en naar de Tweede Kamer werd gezonden. Er zal
sprake moeten zijn van een meer samenhangend en
structureel beleid met de daarbij behorende finan
ciën, waardoor het voor de lokale overheid moge
lijk wordt een effectief werkgelegenheidsbeleid
voor jongeren te presenteren. Wellicht is het mo
gelijk in dezen initiatieven in samenwerking met
regio of stadsgewest te nemen.
De heer LITTOOIJNa de uitvoerige discussie
in de commissie werken willen wij als V.V.D.-frac
tie toch nog enkele vragen over deze nota stellen.
Zoals de titel van het stuk al aangeeft gaat het
slechts om een aanzet tot een gemeentelijk jeugd
werkplan. Een kritische opmerking is op haar
plaats over het feit dat de nota meer over welzijn
dan over werken spreekt. Werk is echter ook moei
lijk te vinden en de gemeente is niet bij machte