21 APRIL 1983
954
daarin echter niet, wat onze fractie betreurt,
omdat juist de jongeren met het laagste opleidings
niveau hiervan zouden kunnen profiteren. Hier komt
nog bij dat door de minister voor de begeleiding
van personen boven de 23 jaar per 1 januari 1983
geen subsidies in het kader van de werkverruimende
maatregel meer beschikbaar worden gesteld. Wij
verzoeken u toe te zeggen met het rijk te zullen
bespreken dat het noodzakelijk is jongeren langer
dan één jaar aan dit soort problemen te doen deel
nemen. In de tweede plaats dient het rijk duide
lijk te worden gemaakt dat projecten als deze, die
speciaal zijn gericht op jongeren die in het hui
dige systeem geen enkele kans meer op de arbeids
markt hebben, een structureel karakter moeten
krijgen door financiering van structurele begelei
ding van die projecten. Indien u ten aanzien daar
van geen toezeggingen wilt doen, zullen wij over
wegen een motie in te dienen.
Tenslotte willen wij het college vragen of
regelmatig in de commissie werken kan worden te
ruggekoppeld met betrekking tot de met de rijkso
verheid te voeren besprekingen.
De heer DE BRUIJN: Ik wil eerst ingaan op het
jeugdwerkplan, waarvan door meerderen al is gezegd
dat dit slechts een aanzet inhoudt; zo moeten we
het mijns inziens ook bekijken. Het probleem bij
de opzet van dit soort plannen is dat de gemeente
slechts een ad-hoc^beleid zal voeren, afhankelijk
van het rijksbeleid dat de laatste maanden een
gebrek aan continuïteit laat zien. Daarom is het
mijns inziens noodzakelijk dat wij voor de toe
komst gaan bezien wat wij los van het rijksbeleid
als gemeente op langere termijn in dezen kunnen
gaan doen. Als we alleen een ad-hoc-beleid voeren,
steeds achter de beslissingen van het rijk aan
hollend, ontstaat er mijns inziens een dusdanig
onzekere situatie, ook ten aanzien van de achter
standen waarmee bepaalde jongeren te maken hebben,
dat wij moeten streven naar het vinden van een