95
10 FEBRUARI 1983
De VOORZITTER: Ik geloof dat die tekst wêl
bekend is.
Mevrouw PAULUSSEN: Er is iets weggelakt. Bij
vergelijking met de nieuw in te dienen tekst kunt
u zien wat het verschil is.
De VOORZITTER: Het amendement dat met letter
B is aangeduid, is naar ik meen niet ingediend.
Mevrouw PAULUSSEN: Amendement B is inderdaad
vervallen.
De heer DE BRUIJN: Op de gevolgde procedure
zal ik niet verder ingaan: er is al het een en an
der over gezegd. Ook zal ik nu niets zeggen over
de inspraak, waarover enige onvrede is blijven
bestaan en over de bezuinigingen die we op ons
dak krijgen. Wêl wil ik nog eens de aandacht ves
tigen op een uitgangspunt dat in het collegepro
gramma is opgenomen en dat ook in het nu ter ta
fel liggende plan tot uiting is gebracht, namelijk
het uitgangspunt dat buurten en wijken meer bij
het sociaal-cultureel programma en het emancipa
tieprogramma moeten worden betrokken. Wij zijn van
mening dat in de onderhavige nota een aanzet is
gegeven, maar dat men een en ander in de komende
jaren nog sterker naar voren zal moeten laten ko
men. Met name denken wij hierbij aan het betrek--
ken van vrijwilligers bij het buurt- en wijkwerk.
Overgaand naar de inhoud van de nota maak ik
allereerst een opmerking over de ATD. Mèt vorige
sprekers zijn wij van mening dat de ATD belangrijk
werk verricht. De persoonsbenadering die men han
teert is van groot belang als het erom gaat de
allerarmsten en degenen die in een ondergesneeuw
de positie verkeren, als het ware te "redden".
Wij zijn van mening dat deze activiteiten drin
gend noodzakelijk zijn en dat het veldwerk zeker
zal moeten worden behouden.
Over de sociaal-culturele centra het volgende.